In het najaar van 2012 wordt af en toe een slechtvalk bij de Onze Lieve Vrouwetoren in Amersfoort waargenomen. Vanaf begin 2013 blijkt dat een paartje de toren heeft uitgekozen als woonplek. Vogeldeskundigen hebben met behulp van een telescoop (een grote verrekijker) de symbolen op de pootringen van de valken kunnen aflezen, waaruit blijkt dat het vrouwtje in 2012 was geboren op de Koninklijke Crypte van Laeken (een deelgemeente van Brussel) en dat het mannetje uit Eindhoven afkomstig is (TD-gebouw) en ook in 2012 was geboren (ring : JU). Amersfoort is voor het vrouwtje circa 160 km vanaf haar geboorteplaats, voor het mannetje is dat circa 80km.

De valken krijgen al snel een echte naam, gebaseerd op specifiek Amersfoortse namen : het mannetje wordt Joris genoemd (naar o.a. de Sint Joriskerk) en het vrouwtje Sofie (naar het vrouwtje met paardenstaart op de Amersfoortse voetgangersoversteeklichten).

In 2013 zijn de valken waarschijnlijk nog te jong om tot broeden te komen – meestal is dat pas vanaf het tweede levensjaar. Wel is om ze te helpen alvast door de Slechtvalkenwerkgroep een nestkast geplaatst op de tweede omloop van de toren (aan de kant van de Langestraat). In de nestkast ligt een laag grind op de bodem. De kast is op de omloop zelf geplaatst, en buiten de balustrade steekt een aanvliegrooster waarop de slechtvalken kunnen landen. De plek van de kast is op de omloop afgescheiden door houten schotten, zodat ze bij het broeden niet gestoord worden door mensen op de omloop. Maar dit eerste jaar wordt er niet gebroed en zitten ze wel eens op het rooster, maar niet echt in de nestkast.

Omdat de toren ook door toeristen (onder leiding van het Stadsgilde en de VVV) wordt beklommen vliegen de valken dan soms luid roepend om de toren. Ze laten zich echter door de bezoekers niet echt afschrikken en verblijven het hele jaar op en rond te toren, zelfs tijdens luidruchtige festivals in de stad of als er tijdens feestdagen vlaggen van de toren wapperen.
’s Avonds kan je ze vaak in het licht van de schijnwerpers van de toren zien zitten. Soms worden ze ook op de kantoren bij het spoor gezien.