Zonnewijzer
De zonnewijzer is een tweeëneenhalve meter hoge, roestvrij-stalen naald in het midden van een klinkerpleintje. Hij is heel secuur gemaakt. De naald staat precies evenwijdig aan de aardas: in noordelijke richting maakt hij een hoek van ruim 52 graden. In elk jaargetijde is hierop de datum en de tijd af te lezen. De schaduw van de zonnewijzer valt elk half uur over een volgende gele lijn. Zo wordt dagelijks de loop van de zon getoond tussen 07:30 en 18:00 uur. In de zomer moet daar één uur worden bijgeteld, want gemiddeld geeft de zonnewijzer de juiste (winter)tijd aan. Omdat de zon ten opzichte van de aarde niet regelmatig doorloopt, wordt er half februari een kwartiertje afgetrokken en half november een kwartiertje bijgeteld.
Dat deze zonnewijzer de datum aangeeft is vrij uniek. Dat doet vrijwel geen enkele zonnewijzer. De zwarte lijnen geven de datum aan. Elke 15 dagen komt de schaduw van het topje over een volgende zwarte lijn. Na 22 december neemt de schaduwlengte af tot hij op 22 juni het kortst is en vlak bij de stijl valt. Daarna groeit hij weer aan tot hij op 22 december rond de middag de overzijde van het plein bereikt. Waar de schaduw een zwarte lijn raakt kun je aan de zijkant de datum zien.
Er zijn meerdere paraboolvormige lijnen. Er is maar 1 rechte, zwarte lijn, die geeft het begin van de lente en het begin van de herfst aan, op 22 maart en 23 september. Dan staat de zon even hoog aan de hemel op hetzelfde punt.
Zoals de insecten-bloementuin gelinkt is aan het bijenhuis, zo is dit gedeelte van de tuin gelinkt aan de sterrenwacht. (denk aan de stand van de zon, de maan, de sterren en de regenboog).