Wandeling Park Schothorst / Schothorst, Zielhorst en Kattenbroek
Deze wandeling voert door het groen langs de randen van de woonwijken Schothorst, Zielhorst en Kattenbroek.
Afstand en tijdsbestek: +/-4 km / 1,5 uur
Park Schothorst
Groei van Amersfoort
In 1981 is Amersfoort aangewezen als groeistad. Toen is er voor gekozen om de geplande woonwijken rondom een groot groen hart te bouwen. Dat groene hart is Park Schothorst. Eerst werd Schothorst Noord gebouwd, daarna kwam Zielhorst en als laatste Kattenbroek richting Hoogland. Park Schothorst is 112,5 ha. groot. Dat is meer dan 1,1 miljoen vierkante meter. Het ligt centraal in de stad. Het park is een ontmoetingsplaats waar mensen kunnen genieten van de natuur, kunnen sporten en recreëren: spelen, fietsen, wandelen en tuinieren.
Natuur
Landgoed Schothorst, het gebied rondom de villa, wordt sinds 1985 ecologisch beheerd. Oude bomen bieden er leefruimte aan bijvoorbeeld vleermuizen en spechten, daarom probeert men oude bomen zo lang mogelijk te sparen. Waar het kan blijft dood hout liggen, want dat zit vol schimmels, pissebedden en kevers. Het is een veelzijdig landgoed, waar poelen zijn aangelegd en stinsenplanten zijn gepoot en men takkenrillen heeft gevormd. Het grootste deel van Park Schothorst, het gebied buiten het landgoed, wordt eveneens goed beheerd en in stand gehouden. Nergens in het openbaar groen worden bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruikt.
De naam Schothorst verklaard
Wat eerst een boerderij was, is in de loop der tijd veranderd in een villa. De boerderij heette Schothorst. Die naam bestaat uit de woorden schot en horst. Schot = een met hout omheind terrein voor vee. Horst = hoger gelegen gebied. Het park en landgoed Schothorst zijn genoemd naar die boerderij. De geschiedenis van het bos en het landgoed gaat wel 200 jaar terug. Een aantal bijbehorende weilanden had zelfs al voor die tijd een agrarische functie.
Proefboerderij De Schothorst
Van 1938 tot 1974 is het Instituut voor Moderne Veevoeding er gevestigd. Het doel van dat instituut is om op wetenschappelijke wijze meer opbrengst te halen uit de veeteelt. Het is een voorloper van de intensieve veeteelt, de bio-industrie. Op het terrein experimenteerde men met het houden van dieren, zoals kalkoenen, varkens, kippen en koeien om tot een zo maximaal mogelijke opbrengst te komen. Men zocht o.a. naar het ideale voermengel. Verder werd op Schothorst de liksteen ontwikkeld.
Deze boerderij met rieten kap is ten tijde van de proefboerderij gebruikt als varkensstal. In 2010 brandde de boerderij af. Een soortgelijke boerderij, die in gebruik was voor koeien en kalveren lag tussen de Schothorsterlaan en het Winkelpad. Later werd dit gebouw gebruikt door een bedrijf in groenonderhoud. Die boerderij brandde kort daarna ook af. Beide gebouwen zijn niet herbouwd.
In het gebouw waar nu de Bijenvereniging Eemkwartier en de Sterrenwacht gevestigd zijn, was de kuikenstal. De Lange schuur tegenover Het Groene Huis, waar nu de boogschietvereniging Centaur is gehuisvest, was een stal voor kalkoenen. In de oranjerie konden ten tijde van de bewoning van de villa exotische kuipplanten de winter overleven. Daar was ook een moestuin bij. In de tijd van de proefboerderij hebben er in de orangerie een tijdje schapen gestaan. Waar nu de kleinfruit-tuin ligt was een kippenerf met vele schuren.
Engelse landschapsstijl
Het gebied rondom de villa is aangelegd in de Engelse landschapsstijl. Die stijl kwam voort uit de waardering voor de wilde natuur en was in de mode van 1800 tot 1870. Kenmerkend zijn de vijvers met gebogen lijnen, open ruimtes, solitaire bomen, bosschages, slingerpaden, hoogteverschillen in het landschap, bijzondere beplanting zoals de rododendrons of exotische bomen. Soms bouwde men bijzondere bouwwerken, zoals bruggen, tuinhuizen en theekoepels. In het park is die stijl nog hier en daar te herkennen.
Franse landschapsstijl
Deze stijl is ouder dan de Engelse landschapsstijl: vanaf de 17e eeuw. De tuinen die in de Franse stijl werden aangelegd pasten bij de toen geldende strakke bouwstijl. Kenmerken van die tuinen zijn: een formele uitstraling, rechte lijnen en grasvelden, symmetrie, tuinvazen, beelden, strakke haagjes van taxus of buxus en soms een doolhof. Het grote voorbeeld was Versailles in Frankrijk en in het klein Paleis Het Loo in Apeldoorn.
Dekzandrug
De dekzandrug is een groot open gebied op de overgang van de Gelderse Vallei en het ‘klei op leemgebied’ van de Eemvallei. Die loopt van De Hoef tot Hoogland en is ontstaan in de laatste ijstijd zo’n 120.000 jaar geleden. De wind blies zand tot een langgerekte heuvel, een zogenaamde paraboolduin. In deze dekzandrug zijn resten gevonden van bewoning uit de ijzertijd. Daaruit blijkt dat het een geschikte plek was om te wonen. De huizen bouwde men langs de rand, zo woonde men droog in de overwegend natte lage omgeving. Op de dekzandrug legde men wegen en akkers aan. Bij de aanleg van het park is het open karakter van de dekzandrug behouden. Nu wordt die gebruikt als evenementen terrein, bijvoorbeeld voor het Hooglands dorpsfeest. Ecologische verbindingszones Tussen de wijken, maar ook in de wijken zijn oude lanen gespaard gebleven of groene stroken aangelegd. Door die groene zones kunnen dieren zich tussen de bebouwing verplaatsen.
Vijver van Emiclaer
In het laagste deel van het park is de vijver van Emiclaer aangelegd. Die vijver is 6 ha. groot (60.000 m2). Het biezenveld in het Noordwesten van de vijver, is een moerasgebied waarin het regenwater vanuit de wijk Zielhorst op natuurlijke wijze wordt gefilterd en gereinigd voordat het door middel van stuwen de vijver in wordt gebracht. Vanuit de vijver stroomt het water door Kattenbroek, via de Malewetering naar de Eem. Het noordelijke deel van de vijver en de oevers hebben een natuurlijk uiterlijk. Het zuidelijke deel ziet er strakker uit, daar wordt meer gemaaid en gesnoeid. Behalve in de winter, zijn er veel planten langs de oevers te zien, zoals de dotterbloem in het voorjaar, daarna de gele lis, de grote lisdodde, en weer later de gewone kattenstaart.
Volkstuinen
Er zijn wel 3 volkstuincomplexen in Park Schothorst:
- De Brinken tussen Hoogland en het landgoed Schothorst
- Emiclaer aan de oostzijde van het park
- De Breede Morgen, biologische volkstuinen op landgoed Schothorst.
- Van 1938 tot 2010 stond hier een rietgedekte boerderij. Die boerderij was eens onderdeel van de Proefboerderij De Schothorst. (Zie pag. 2) Van 1986 tot 2010 was het CNME (Centrum voor Natuur en Milieu Educatie) hierin gevestigd.
Vanuit Het Groene Huis loop je naar de parkeerplaats, vervolgens naar rechts en dan achter het lange houten
gebouw van de boogschietersvereniging naar links. - Deze lange schuur links was onderdeel van Proefboerderij De Schothorst.
Steek het weggetje over en vervolg het bospad. - Tip: Lees het informatiebord aan de linkerkant in het weiland over sinusmaaien. Na het maaien wordt het maaisel afgevoerd. Het gevolg is dat de grond voedingsarmer wordt. Dat heet verschralen. Daardoor neemt de plantenrijkdom toe. Er komen steeds meer bijzondere bloemen voor, zoals orchideeën en de ratelaar. Helaas hebben die wel last van de droogte.
- Dit bos is al aangelegd voor 1820, maar diverse keren zijn er veranderingen aangebracht: paden verlegd, bos uitgebreid en verjongd. De weilanden en de rechte paden zoals links de rode beukenlaan en verderop links de eikenlaan laten zien hoe het landschap eruitzag volgens de mode ten tijden van de beginjaren van de villa, de Franse landschapsstijl: rechte paden, sloten en zichtlijnen.
De dikke beuken in de rode beukenlaan zijn al tamelijk oud. Op hoge leeftijd, na zo’n 70 jaar gaat de conditie achteruit. Dat is hier goed te zien. Daarom staat er links en rechts van de laan een nieuwe rij beuken. Die jonge beuken gaan in de toekomst de nieuwe laan vormen.
De rode beukenlaan links laten liggen, dus na de bocht rechts af, achter de huizen langs het eikenlaantje in. In de dubbele woonhuizen rechts woonde personeel uit de periode van de proefboerderij. - Het bladerdak van dit smalle eikenlaantje laat weinig zonlicht door. Dat was bij de aanleg de bedoeling. Daardoor bleef de huid van de wandelende dames die vroeger de villa Rode beukenlaan bewoonden mooi blank, in die tijd een schoonheidsideaal.
- Kijk op deze 3-sprong met oude beuken en eiken links de eikenlaan in. Oude bomen zoals hier in deze laan zijn waardevol voor vleermuizen, spechten en andere holenbroeders. Kijk eens of je spechtengaten of een vleermuiskast ziet. Deze driesprong was vroeger een plaats waar de bewoners van de villa konden verpozen. Hier stond een halfronde heg van beuken. Nu staan er nog een paar van die doorgegroeide beuken.
Je loopt rechtdoor in de richting van de witte hekken en de weg. - Alle weilanden en stukjes bos hebben al eeuwen hun eigen naam. Het laatste weilandje rechts heet ‘De drie tuiten’. Het is een vochtig weiland. Laaggelegen grond was hooiland. Aan het eind van de zomer, als de grond minder nat was, werd er gehooid: het kruidenrijke gras werd gemaaid, gedroogd en naar de boerderij gebracht.
- Zie je in het laatste stukje bos rechts een berk (witte bast) met een heksenbezem aan de stam? Dit is een gal, een vergroeiing van takken veroorzaakt door een schimmel.
Steek de Holensteeg over en loop rechtdoor het Beekeerdpad op. - Hier staan tulpenbomen.
De bovenkant van de bladeren lijkt wel in de vorm van een tulp te zijn geknipt. De naam dankt de boom aan de bloem van de boom, die gelijkenis vertoont met de tulp. De boom kwam al miljoenen jaren geleden voor. De bloemen zijn een voedselbron voor insecten.
- Links van het pad zien we een haag van haagbeuk. Een haag vormt een afscheiding. Hier tussen een sportveld en het voetpad.
Loop het eerste voetpad naar rechts in. - In het gebied staan veel hagen. Door dit landschapselement kunnen dieren, bijvoorbeeld vleermuizen, zich oriënteren. Vogels, zoals de merel, broeden graag in een haag.
- Voordat je het pad naar rechts volgt, zie je aan je rechterhand een peterselievlier en in de bocht staat een gewone vlier. Vergelijk de bladvorm van deze struiken. In het voorjaar hebben beide vliersoorten witte schermen met bloemen. Hier komen veel insecten nectar en stuifmeel halen. In de herfst zijn de bloemen veranderd in zwarte besjes, voedsel voor sommige vogelsoorten.
- Hier zie je de Spaanse aak, ook wel veldesdoorn genoemd. Het is een inheemse boom, dus hoort hier van nature thuis. In denazomer en herfst zijn de zaadjes (vleugeltjes = helikoptertjes =propellertjes) goed te zien. In de winter kun je misschien nog enkele zaden op de grond vinden om te bekijken. De twee zaden hebben de vorm van een rechte snor. De bloemen van de veldesdoorn bieden vlinders en bijen nectar en stuifmeel. Het zaad is voedsel voor bijvoorbeeld de vink, de appelvink en de groenling.
Op de Schothorsterlaan linksaf. Let op: Je loopt op een fietspad! - Links, enkele meters achter de greppel groeien grote hoge kegelvormige groenblijvende bomen: mammoetbomen. Een andere naam is reuzensequoia. De cipressensoort komt van nature voor in Amerika, in Californië. De grootste daar is 83 m hoog, vergelijkbaar met een flat van ongeveer 27 verdiepingen. Die boom heeft op borsthoogte een omtrek van 26 meter! De boom heeft een zachte schors (=buitenkant boom).
- Loop even naar het bruggetje en kijk uit over het water. De eerste paar bomen links zijn knotelzen. Als een knotboom niet regelmatig wordt geknot, is de kans groot dat de dikke takken te zwaar worden en dat de boom dan scheurt. Daarom zaagt men om de paar jaar de takken tot de bovenkant van de stam af.
- Kijk vanaf het bruggetje schuin links over het water. Daar staat rechts een herinneringsboom, een geknotte els met een hekje erom. Het is een herdenkingsplek ter nagedachtenis aan 2 onschuldige vooraanstaande anti-Duitse Amersfoorters die als straf voor de moord die 4 verzetsmensen pleegden op een prominent NSB-lid op 3 oktober 1944 op deze plek werden gefusilleerd.
- Het is een hele strijd om watergangen (sloten, vaarten e.d.) vrij te houden van invasieve exoten: planten die hier van nature niet thuishoren, geen natuurlijke vijanden hebben en de plaats innemen van inheemse soorten. Deze waterplanten groeien snel, waardoor de sloot volgroeit en verstopt raakt. Het Waterschap probeert veel aan dat probleem te doen. Zo zit/zat hier de waterteunisbloem, een plant die lange uitlopers maakt. Hij bloeit met gele bloemen. Liever ziet men hier ’s zomers de waterlelie bloeien.
Linksaf de Emiclaerseweg inslaan. (Een alternatief slingerend pad: neem de stippelroute.) - De Emiclaerseweg is een van de oudste wegen in het gebied. De rij eikenbomen links vormt een soort wal. Het was de afscheiding tussen akkers en weilanden met de weg. Zo’n rij bomen geeft het landschap een indeling, een structuur. Hier is de kavelstructuur van vroeger bewaard gebleven.
Veel van deze bomen hebben meerdere stammen. Dat komt doordat de bomen vroeger meerdere keren kort werden gehakt of werden afgezet met een zaag (afzetten = kort zagen). Men noemt dat ‘hakhout’. Dat hout werd gebruikt om gereedschapsstelen van te maken of voor andere toepassingen. De resten dienden als brandhout. Nadat het hout niet meer werd afgehakt, groeide de boom door.
Linksaf, Le Corbusierstraat nemen.
Dit deel van de wijk Zielhorst heet de Etalagewijk. Op de kavels staan onder architectuur gebouwde huizen. Voordat je rechts de Haussmannstraat inslaat sta je stil op de brug en kijk je rechtuit. Aan het eind van de straat rechts staat een opvallend wit huis. Door de vorm heet het in de volksmond ‘de kattenrug’. Het is gebouwd in 1993 en getekend door de architect Mart van Schijndel. Kijk ook nog even over de leuning van de brug in de sloot. Vanaf het bruggetje, achter de wit metalen leuning, kun je de sloot inkijken. Daarin groeit o.a. de krabbenscheer, een plant met scherpe harde lange bladeren vanuit een hart. Deze plant komt voor in voedselrijk schoon water. In de winter zakt hij naar de bodem. In het voorjaar komt hij weer bovendrijven. De groene glazenmaker, een libel, kan niet zonder krabbenscheer. Het vrouwtje kruipt tussen de stekelige bladeren naar beneden en legt eitjes in de plant. Daar overwinteren de eitjes. In het volgende voorjaar komen daar libellenlarven uit. Twee of drie jaar leeft de larve in het water en dan kruipt de larve tegen een stengel van een waterplant uit het water. Vervolgens sluipt er een nieuwe libel uit de larvehuid. Het uit de larvehuid kruipen, noemt men uitsluipen.
- De route gaat naar rechts, de Haussmannstraat in, vervolgens links de brug over, de Aaltostraat in.
- Hier staan moerascipressen, naaldbomen die in de herfst hun naalden verliezen. Voor de bocht rechtdoor het voetpad op, aan je rechterhand is het water.
- Rechts in het naar het water aflopende gazon staan zwarte walnoten. Deze boomsoort groeit oorspronkelijk in het oosten van Noord-Amerika. De boom staat graag op kalkrijke, vochtige vruchtbare grond. De noten zijn erg hard en kleiner dan van de walnoot die we meestal zien. Je kunt de noten eten. Rechtdoor over de Gaudistraat, langs de witte leuning, vervolgens naar links de Haussmannstraat in.
- Hier groeien watercipressen (Metasequoia glypta stroboides). De watercipres, een in de winter bladverliezende naaldboom uit centraal Azië. De Nederlandse naam is Chinese mammoetboom, een reuze grote boom. Men noemt het wel een levend fossiel, de boom is in miljoenen jaren niet tot nauwelijks veranderd.
- Rechts staat het Russisch Paleisje van architect Piet Blom.De woning is in 1994 gebouwd in opdracht van Herman de Waal, directeur van bouwbedrijf Wilma voor zijn vrouw, een Russische concertpianiste.
Daarom bevindt zich een concertzaaltje in het huis. De toren bij de ingang is oorspronkelijk een duiventil, maar alle ingangen zijn afgesloten. Duiven kunnen er niet meer in.
Ga linksaf Le Corbusierstraat in.
- Je ziet rechts na het gazon een rij ginkgo’s. In de winter zijn deze bomen meestal herkenbaar aan de typisch ranke rechte strakke open vorm. Bij wat oudere bomen, zoals hier, is de kruin breder en neemt de zuilvorm af. Als de boom in blad is, vallen de bladeren op, de vorm is anders dan van andere bladeren. In de herfst kleurt de boom geel. Deze vrouwelijke ginkgo’s hebben dan oranje gele vruchtjes die heel weeïg ruiken. De soort was er al in de tijd van de dinosauriërs. Men noemt dit een overgangsboom, omdat het een vorm is tussen naald- en loofbomen.
Je loopt rechtdoor tot de dekzandrug en slaat dan rechtsaf het Zocherpad in. Hierna lopen we even de dekzandrug op en bekijken daar de zomereik (nummer 25). - Op een zomereik kan de knoppergal voorkomen.
Dan zie je in de zomer en herfst knoppergallen op de eikels zitten. Deze gal kan alleen groeien als er in de buurt een moseik staat. Verderop staat er een (zie nr. 39). Zo ontstaat een knoppergal: De knoppergalwesp legt een eitje op de rand van de eikel en het dopje van de zomereik. In het voorjaar komt een vrouwtje knoppergalwesp uit de gal gekropen en gaat op zoek naar een moseik. Ze legt daar een eitje op een meeldraad. Daaruit groeit een gal waaruit zowel een mannetje als een vrouwtje galwesp kan komen. Als het vrouwtje na paring een eitje legt op de eikel van de zomereik is de cyclus rond. De kans is groot dat je geen knoppergallen ziet. Als ze er nog niet zijn of nadat ze zijn afgevallen zie je niets aan de boom. Heb jij het geluk dat het wel te zien is? Je loopt verder, de huizen aan je rechterhand.
Links van je, aan de overkant van het gras en verderop de vijver, ligt de wijk Kattenbroek. - Een stuk verder richting de bocht zie je op de stoep enkele tegels die aangeven dat de groenstroken in zelfbeheer van de bewoners zijn: zij zaaien, planten en maaien zelf. Door die tegels in de stoep weten de aannemers dat zij die berm moeten overslaan.
We vervolgen de stoep naar rechts (Zocherpad). - Links zie je een meidoornhaag, het prikkeldraad van vroeger. Heggen zijn van belang als broedplek voor veel vogels, en vleermuizen kunnen zich daarop oriënteren.
- Zilverlinde.
Kijk in de lente of de zomer eens naar deze zilverlinde tussen de gebogen stenen bankjes. De linde dankt zijn naam aan de zilverachtige witte onderkant van de bladeren. Op deze stam groeien veel korstmossen. In Het Groene Huis is in de winter een korte wandeling verkrijgbaar vol informatie over korstmossen.
links de brug over, de Aaltostraat in. - Als afscheiding naar het lager gelegen gebied staat hier een rijtje zomerlindes in een taxushaag. De lindes zijn gesnoeid als leilindes. Zomerlindes hebben grotere bladeren dan winterlindes.
Linksaf tussen de stenen muurtjes door naar beneden. - Hier zie je hoge Italiaanse populieren staan. Populieren groeien snel en worden niet zo oud als beuken en eiken. Ze houden van een vochtige ondergrond, dus passen hier goed! Van populierenhout maakt men klompen.
Loop linksaf de lange brug op. - Aan deze kant van de vijver is het natuurlijke gedeelte. Linksachter je ligt een stukje moeras.
Daardoor loopt een voetpad. Voor mensen die goed ter been zijn, is dit een mooi stukje natuur om doorheen te lopen. In de zomer zie je hier vaak diverse libellen en juffers. Aan deze kant van de vijver wordt natuurbeheer toegepast, het groen heeft een natuurlijke uitstraling door het riet, de kruiden, de struiken en de bomen. - Als je op de lange brug naar rechts kijkt, kijk je in de richting van het helofytenfilter en het watermolentje. Het helofytenfilter is een stuk rietland dat het regenafvoerwater uit de wijk Zielhorst op een natuurlijke wijze schoonmaakt.
- Rechts zie je in het voorjaar en de zomer een fontein spuiten. De watervorm heeft de contouren van de Onze Lieve Vrouwentoren. Een fontein brengt zuurstof in het water, goed voor helder water, zonder teveel algengroei. Links van de brug zie je met bomen begroeide eilandjes in de vijver: een fantastische schuilplaats voor bijvoorbeeld ganzen of meerkoeten.
Loop verder over de brug naar de overkant. Ga naar links en wandel langs de vijver. - Aan deze kant van de vijver is het gras gemaaid als een gazon en worden de bloemperken onderhouden. Dit past bij het strakke karakter van de huizen in de straat. Zie je de vlakken en kleuren van Mondriaan terug in de gevels van enkele huizen?
Links aan de overkant van de vijver zie je een oeverzwaluwwand, een muur van mergelblokken die in 1992 is aangelegd. Nadat de vogels jarenlang gebruik maakten van de wand, trokken de oeverzwaluwen weg naar nieuwe bouwlocaties met natuurlijke steilrandjes. Daarom wordt de wand niet meer onderhouden. De laatste jaren maakt de ijsvogel gebruik van de wand.
- Het opvallende gebouw rechts aan de rand van Kattenbroek heet het Castellum.
De blauwe kubus met rode rand is in 1991 ontworpen door architect Leo Heijdenrijk.
- De laatste boom in het gazon voor de stenen opgang, die met de hangende takken, is een treurwilg.
Ga naar rechts; omhoog. - Met een beetje fantasie zie je nog de oude rij eiken die rechts voor het Castellum staat en doorloopt aan de overkant van de vijver. Bij de aanleg van de vijver zijn een aantal tussenliggend eiken uit de rij gerooid. Deze rij bomen was een landschapsscheiding, daar liep de weg.
Loop boven aangekomen een klein stukje linksaf over de Hoolesteeg. - Hier rechts zie je de moseik. Dit hoort bij het verhaal van nummer 25. De naam moseik is te verklaren door de napjes (de hoedjes van de eikels) die op mos lijken. De hoedjes van de eikels hebben een speciaal uiterlijk.
Loop verder over de Hoolesteeg, richting het bos. - Hier sta je op de dekzandrug. Door de open ruimte in het landschap, is het nu een uitstekend plek om te vliegeren. Daarom heeft het nu ook de naam vliegerveld. De dekzandrug is een waterscheiding. Aan de ene kant stroomt het regenwater de ene kant op, aan de andere kant de andere.
Loop verder over de dekzandrug over de Hoolesteeg richting het bos. Op de viersprong naar rechts: het Enkeerdpad. - Het woord ‘Enkeerdpad’ is opgebouwd uit de woorddelen enk, eerd en pad. Een enk is een hoger gelegen akker, omheind door houtwallen. Eerd-gronden zijn de bemeste akkers op hoger gelegen zandgronden. De grond op die akkers bestaat uit een wel cm dikke humusrijke donkere rulle grondlaag, dus vol met plantenresten en stalmest.
Voor het eerste bankje staat links een gewone esdoorn. Vergelijk het zaadje/helikoptertje eens met die van de Spaanse aak (zie nr. 13). Het zaad van deze gewone esdoorn lijkt meer op een hangsnor. Kijk in de winter en het voorjaar of je nog wat zaad op de grond ziet liggen.
- Vanaf dit uitkijkpunt zie je aan de overkant van de dekzandrug de wijk Kattenbroek als een stad liggen: de architecten hebben de rand van de wijk als een ‘stadsmuur’ vormgegeven. De gebouwen staan op één lijn. Links zie je een torentje. Verder vallen de golvende daklijnen op. Die symboliseren het water. Het woord broek in een plaatsnaam duidt altijd een laaggelegen gebied aan. De wijk Kattenbroek ligt laag, er is veel water, het grondwater staat er hoog. Loop linksaf, het bos in
- Rechts ligt het rabattenbos. Dit deel van het bos is nat door een ondoordringbare bodemlaag. Om toch bomen te kunnen planten, groef men greppels en wierp men de aarde op lange stroken. Daarop werden de bomen geplant. De greppels waren voor de ontwatering. Door deze hoogteverschillen ontstaan diverse biotopen: van droge tot natte grond, en zon- en schaduwkanten. Al die plekken bieden verschillende planten en dieren een leefomgeving, zolang er natuurlijk voldoende licht door de bomen valt.
- Links langs de greppel zie je dubbelloof. Deze varen blijft in de winter groen. De naam is te verklaren door de twee soorten blad aan deze rozetvormige varen. De smalle bladeren, als een visgraat, dragen de sporen. De plant kan wat schaduw verdragen en staat op vochtige, zandige, zure, voedselarme grond, bijvoorbeeld aan de rand van een greppel.
Tweede pad rechtsaf, aan je linkerhand ligt dan het weiland. - Dood hout leeft! Bomen die een gevaar zijn voor wandelaars zijn neergehaald en die stammen blijven liggen. De boomstammen en de resten mdaarvan bieden leven aan insecten en schimmels.
Soms kiest men ervoor om een boom deels te laten staan en dus op een bepaalde hoogte af te zagen. Dan blijft de structuur van het pad zichtbaar. Verder biedt de stam nestgelegenheid aan holenbroeders zoals spechten en kauwtjes. Hier slingeren de paden een beetje door het bos. Dat is één van de kenmerken van de Engelse Landschapsstijl. (Zie pag. 3.) De stijl waarin het park werd vormgegeven na 1850.
Volg het pad. Na even wordt het pad smaller. Rechts ligt een weilandje, daarnaast liggen moestuinen. Dit paadje maakt een stuk verderop een scherpe bocht naar links. Rechts zie je een nat, relatief jong bos.
Na 1990 is dat bos aangelegd. De grond is nat, dus staan daar elzen en vlierstruiken. Verder zien we veel ondergroei, onderandere van braam. Daardoor is dit stukje bos een uitstekende schuilplaats voor vogels en hazen.
Volg het slingerende pad met eiken aan beide kanten.- Het biologische moestuincomplex rechts draagt de naam De Breede Morgen. De betekenis van die naam: in één ochtend kon een boer die akker met een paard ploegen.
- Links staat een replica van een boerderij uit de vroege middeleeuwen (rond 800). Die is gebouwd in 1987.
Sla aan het eind, voor het gebouw van de bijenvereniging en de sterrenwacht, linksaf. Vervolgens de bocht naar rechts en je ziet Het Groene Huis schuin links voor je liggen.